Aan het begin van de twintigste eeuw zijn veel terpen en wierden in Noord-Nederland afgegraven, om hun vruchtbare grond te verkopen. Dit gaf de Groningse archeoloog Albert Egges van Giffen (1884-1973) de kans om daar archeologisch onderzoek te doen. 

 

Tijdens de opgravingen van Van Giffen kwamen zoveel dierenbotten naar boven dat archeologen ze een eeuw later nog steeds onderzoeken.

 

Van Giffen had bijvoorbeeld grote belangstelling voor opgegraven hondenschedels. Hij verzamelde er zoveel mogelijk.

nl_NLDutch